Dag Twee
Dag twee. Philippe Starck werd ooit door Jack Lang, de Franse minister van cultuur, getroond als dé grootmeester in industriële ontwerpen, architectuur en nog veel meer. Reisgenoot W. is een adept en dus gaan we op weg naar een tentoonstelling. Eén tentoonstelling is leuk, maar al wandelend door Parijs worden we door W. om de haverklap geattendeerd op de aanwezigheid van Starck in de stad; van cafés tot brillenzaken en gebouwen en van bloempotten tot informatieborden. Genoeg! Slenterend door de Joodse wijk komen we langs het Louvre waar grappige foto’s worden gemaakt: “kijk ik heb de punt van de glazen pyramide vast”, en lopen we door de altijd weer indrukwekkende Tuileries. Langs de Seine zie ik dat een paar van de fameuze boekenstalletjes open zijn. Ik besluit toch maar eens een boek te kopen om mijn Frans op te halen, en na lang snuffelen koop ik er één van Nietzsche. “Omdat ik eigenlijk best wel gelukkig ben en dus wel wat Nietzsche kan hebben” laat ik de verkoopster weten, die mij prijst met mijn uitstekende keuze! Bij een openbaar toilet kan W. het niet laten om wéér opgewonden te melden dat ook déze door Starck ontworpen was! Dat doet me er aan denken dat we aan het einde van het jaar in de gemeenteraad van Venlo gaan voorstellen om openbare toiletten in Venlo te plaatsen, omdat het voor bezoekers en zeker voor mensen met een lichamelijke beperking dringend nodig is. Déze zou wel eens een verrijking van het aanzicht van de stad kunnen zijn. Op een terrasje onderweg naar onze eindbestemming voor vandaag zien we een man langskomen (althans we denken dat het een man was, maar je moet vandaag de dag niet te snel aannemen dat je het juiste gender herkent), gekleed in een kilt met een jachthond aan de lijn. Trotse Schot of Schotse? Verward persoon? Iemand op weg naar het werk? Lid van een culturele instelling? Vragen die nooit beantwoord zullen worden, maar wij concluderen als snel dat het hier veel minder ophef veroorzaakt dan dat het bijvoorbeeld in Blerick zou doen. Hans H. zou er in ieder geval een ingezonden brief aan weiden. Ahhhh, eindelijk: Heureux comme Alexandre! Middenin Quatier Latin ligt een klein restaurantje dat al generaties Alexander-lang fondue op het menu heeft staan. Vleesfondue, kaasfondue en, gekkigheid, sinds enige jaren ook iets van een steen. Maar het gaat ons om de vleesfondue. Voor mij zeker de vijfde keer in de afgelopen decennia, voor W. de tweede keer. Het vlees was weer fantastisch! De sausjes vielen tegen. Voorheen kreeg je twee of drie neutrale plastic knijpflessen met een prima sausje, maar nu waren het er zes, direct uit de Supermarché op tafel gezet; jammer, de geheimzinnigheid was er af. De ruimte zelf was vroeger enigszins “vettig” en aangeslagen door de vele fonduedampen, de zandkalkstenen muren zagen er nu fris uit en het leek erop dat je met krijt nu weer op de borden aan de muur kon schrijven, vroeger hield het krijt namelijk niet. Ik vroeg aan de garçon uit welk land hij kwam; “d’ou etes-Vous ou vos parants”, waarna hij een aantal keer mijn woorden of klanken nabootste met “ou” of “ou dou”. De chef wist te vertellen dat hij nieuw was en uit Bangladesh kwam. Nadat de tafel was afgeruimd verscheen er een bord met gesneden bananen en een potje Nutella op tafel. Ik melde dat we dit niet besteld hadden, maar vroeg wel even wat de prijs was; twintig Euro! €20 voor een gesneden banaan met een potje chocoladepasta! Bordje ging terug naar de keuken. Al met al weer een prima dag!
Reacties
Reacties
Leuk verhaal weer vooral de banaan en choc. Pasta ?
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}